Regelingsmodus "Leegmaken": 2x putten, 2x pompen, 4x vlotterschakelaars of elektroden

W1

Put 1

ON1

Inschakelniveau 1

OFF1

Uitschakelniveau 1

DR1

Droogloopniveau 1

P1

Pomp 1

W2

Put 2

ON2

Inschakelniveau 2

OFF2

Uitschakelniveau 2

DR2

Droogloopniveau 2

P2

Pomp 2

Als het vulniveau in de put stijgt en het inschakelniveau (ON1 of ON2) bereikt wordt, wordt de pomp ingeschakeld. De betreffende putten worden leeggemaakt.

Als de uitschakelniveaus (OFF1 of OFF2) bereikt worden, volgt de uitschakeling van de desbetreffende pomp na de ingestelde uitschakelvertraging.

Om te voorkomen dat de pompen drooglopen: installeer in elke put een vlotterschakelaar of elektrode:

  • De bijbehorende pomp wordt uitgeschakeld als het droogloopniveau wordt onderschreden. In het display verschijnt een foutmelding en er klinkt een alarm.
  • Als het droogloopniveau overschreden wordt, worden het alarm en de foutmelding automatisch gereset.
Toepassingsschema
Toepassingsschema

1

Actuele pompstatus

4.1

DR1

2

Reservepomp geactiveerd

4.2

OFF1

3

Regelingsmodus

4.3

ON1

4

Schakeltoestand van de vlotterschakelaars/elektroden put 1

5.1

DR2

5

Schakeltoestand van de vlotterschakelaars/elektroden put 2

5.2

OFF2

6

Veldbus actief

5.3

ON2

Weergave scherm
Weergave scherm

Klemmenoverzicht

Functie

DR1

OFF1

ON1

DR2

OFF2

ON2

-

-

Symbool klemmenoverzicht

Werking vlotterschakelaar

Contact boven

gesloten

gesloten

gesloten

gesloten

gesloten

gesloten

gesloten

Contact onder

Open

Open

Open

Open

Open

Open

Open

Vereiste menu-instellingen

Menu en in te stellen waarde