Regelingsmodus "Leegmaken": 1x put, 2x pompen, 2x vlotterschakelaars of elektroden

ON/OFF1

In-/uitschakelniveau 1

ON/OFF2

In-/uitschakelniveau 2

DR

Droogloopniveau

P1

Pomp 1

P2

Pomp 2

Als het vulniveau in de put stijgt en het eerste inschakelniveau (ON/OFF1) bereikt wordt, wordt de eerste pomp ingeschakeld. De put wordt leeggemaakt. Als de waterstand in de put verder stijgt en het tweede inschakelniveau (ON/OFF2) bereikt wordt, wordt de tweede pomp ingeschakeld.

Als de uitschakelniveaus (ON/OFF1 en ON/OFF2) bereikt worden, volgt de uitschakeling van de pompen na de ingestelde uitschakelvertraging. De kabellengte van de betreffende vlotterschakelaar bepaalt de schakelcyclus. LET OP! De basislast- en pieklastpomp worden cyclisch gewisseld (zie menu 5.60).

Om te voorkomen dat de pompen drooglopen: installeer een extra vlotterschakelaar of elektrode in de put:

  • De pompen worden uitgeschakeld als het droogloopniveau wordt overschreden. In het display verschijnt een foutmelding en er klinkt een alarm.
  • Als het droogloopniveau overschreden wordt, worden het alarm en de foutmelding automatisch gereset.
Toepassingsschema
Toepassingsschema

1

Actuele pompstatus

4.1

DR

2

Reservepomp geactiveerd

4.2

ON/OFF1

3

Regelingsmodus

4.3

ON/OFF2

4

Schakeltoestand van de vlotterschakelaars/elektroden

6

Veldbus actief

Weergave scherm
Weergave scherm

Klemmenoverzicht

Functie

DR

-

ON/OFF1

-

-

ON/OFF2

-

-

Symbool klemmenoverzicht

Werking vlotterschakelaar

Contact boven

gesloten

gesloten

gesloten

gesloten

Contact onder

Open

Open

Open

Open

Vereiste menu-instellingen

Menu en in te stellen waarde