Regelingsmodus "Vullen": 2x putten, 2x pompen, 2x vlotterschakelaars of elektroden

Als het vulniveau in het reservoir daalt en het eerste inschakelniveau (ON/OFF1) bereikt wordt, wordt de eerste pomp ingeschakeld. Het reservoir wordt gevuld. Als de waterstand in het reservoir verder daalt en het tweede inschakelniveau (ON/OFF2) bereikt wordt, wordt de tweede pomp ingeschakeld. De kabellengte van de vlotterschakelaar bepaalt de schakelcyclus.

Als de uitschakelniveaus (ON/OFF2 en ON/OFF1) bereikt worden, volgt de uitschakeling van de desbetreffende pomp na de ingestelde uitschakelvertraging. LET OP! De basislast- en pieklastpomp worden cyclisch gewisseld (zie menu 5.60).

Om te voorkomen dat het reservoir overloopt, installeert u een vlotterschakelaar of elektrode in het reservoir:

• Als het hoogwaterniveau overschreden wordt, worden alle pompen uitgeschakeld. In het display verschijnt een foutmelding en er klinkt een alarm.
• Als het hoogwaterniveau onderschreden wordt, worden het alarm en de foutmelding automatisch gereset.

Om te voorkomen dat de pompen drooglopen: installeer in elke put een vlotterschakelaar of elektrode:

• De bijbehorende pomp wordt uitgeschakeld als het droogloopniveau wordt onderschreden. In het display verschijnt een foutmelding en er klinkt een alarm.
• Als het droogloopniveau overschreden wordt, worden het alarm en de foutmelding automatisch gereset.