Menu 1: In- en uitschakelwaarden
Menu-nr. | 1.01 |
Naam | Gewenste drukwaarde |
Instelbereik | 0,1 ... 25,0 bar |
Fabrieksinstelling | 4 bar |
Beschrijving | Het druksetpoint definieert de druk op de boosteruitgang. |
Menu-nr. | 1.04 |
Naam | Inschakeldrempelwaarde Pompstart |
Instelbereik | 75 ... 99% |
Fabrieksinstelling | 95 % |
Beschrijving | Inschakeldrempelwaarde van de pomp in % van het druksetpoint voor het starten van de basislastpomp of voor pompen in het algemeen |
Menu-nr. | 1.07 |
Naam | Uitschakeldrempel basislastpomp |
Instelbereik | 101 ... 125% |
Fabrieksinstelling | 115 % |
Beschrijving | Uitschakeldrempelwaarde van de basislastpomp in % van het druksetpoint voor het stoppen van de basislastpomp, als deze alleen in bedrijf is. |
Menu-nr. | 1.08 |
Naam | Uitschakeldrempel pieklastpompen |
Instelbereik | 101 ... 125% |
Fabrieksinstelling | 110 % |
Beschrijving | Uitschakeldrempel van de pieklastpompen in % van het druksetpoint voor het stoppen van een pieklastpomp, wanneer 2 of meer pompen in bedrijf zijn. |
Menu-nr. | 1.09 |
Naam | Uitschakelvertraging basislastpomp |
Instelbereik | 0 ... 60 s |
Fabrieksinstelling | 0 s |
Beschrijving | Vertraagt de stop van de basislastpomp als de stopdrempelwaarde is bereikt en de werkelijke waarde permanent boven de uitschakeldrempelwaarde blijft. |
Menu-nr. | 1.10 |
Naam | Inschakelvertraging pieklastpomp |
Instelbereik | 1 ... 30 s |
Fabrieksinstelling | 3 s |
Beschrijving | Vertraging voor het starten van een pieklastpomp wanneer de startdrempelwaarde is bereikt en de stroomwaarde permanent boven de inschakeldrempelwaarde blijft. |