Montage met neerlaatinrichting

Het roerwerk wordt met behulp van een neerlaatinrichting in het basin neergelaten. Via de geleidebuis van de neerlaatinrichting wordt het roerwerk veilig naar het bedrijfspunt geleid. De reactiekrachten die zich hierbij voordoen, vloeien via de neerlaatinrichting direct in de constructie. De constructie moet op deze belasting berekend zijn!

VOORZICHTIG! Materiële schade door verkeerde toebehoren! Gebruik het roerwerk vanwege de grote reactiekrachten alleen met de toebehoren (neerlaatinrichting en frame) van de fabrikant. Als het roerwerk is besteld voor installatie met neerlaatinrichting, dan is het frame al gemonteerd. Als het roerwerk zonder frame is geleverd, dan kunt u het juiste frame via de servicedienst nabestellen!

Voorbereidende werkzaamheden

Roerwerk voorbereiden
Roerwerk voorbereiden

1

Hijswerktuig

2

Hijsmiddel

3

Harpsluiting voor bevestiging

4

Steun

5

Platform voor het veilig neerzetten van het roerwerk

6

Frame

7

Kabelhouder voor trekontlasting

  1. Het roerwerk is neergezet en horizontaal uitgelijnd.
  2. Het frame is op het roerwerk gemonteerd.
  3. De neerlaatinrichting is in het basin gemonteerd.
  4. Er zijn hijswerktuigen met voldoende draagvermogen beschikbaar.
  1. Bevestig het hijsmiddel met een harpsluiting op het frame.
  2. Uitvoering met kunststof rollen over de volle breedte: maak de splitpen los en demonteer de kunststof rollen en de steekassen.
    LET OP! Zorg ervoor dat de onderdelen voor de verdere montage beschikbaar zijn.
  3. Leg alle aansluitkabels en monteer de kabelhouders.
    De kabelhouders zetten de aansluitkabels vast op het hijsmiddel en voorkomen dat de aansluitkabels ongecontroleerd meedrijven in het basin.

Roerwerk

Afstand kabelhouders

TR/TRE 20

550 mm (20 in)

TR 28-1

550 mm (20 in)

TR/TRE 30

750 mm (30 in)

TR/TRE 40

750 mm (30 in)

Til het roerwerk op en zwenk het boven het basin

Roerwerk boven het basin zwenken
Roerwerk boven het basin zwenken

1

Hijswerktuig

2

Hijsmiddel

6

Frame

8

Geleidebuis van de neerlaatinrichting

  1. Voorbereidende werkzaamheden zijn afgesloten.
  1. Til het roerwerk op zodat het zonder gevaar boven de reling kan worden gedraaid.
    LET OP! Het roerwerk moet horizontaal aan het hijswerktuig hangen. Als het roerwerk scheef aan het hijswerktuig hangt, verplaats dan het bevestigingspunt op het frame.
  2. Zwenk het roerwerk boven het basin.
    LET OP! Het frame moet loodrecht ten opzichte van de geleidebuis lopen. Als het frame niet loodrecht ten opzichte van de geleidebuis loopt, pas de vlucht op het hijswerktuig dan aan.

Roerwerk op de neerlaatinrichting monteren

Roerwerk op de neerlaatinrichting
Roerwerk op de neerlaatinrichting

1

Hijswerktuig

2

Hijsmiddel

6

Frame

8

Geleidebuis van de neerlaatinrichting

9

Bovenste houder van de neerlaatinrichting

  1. Het roerwerk hangt horizontaal.
  2. Het frame staat loodrecht ten opzichte van de geleidebuis.
  3. De kabelhouder is gemonteerd.
  1. Laat het roerwerk langzaam zakken.
  2. Leid de geleidebuis zonder te kantelen in het frame.
    LET OP! De geleiderollen liggen tegen de geleidebuis.
  3. Uitvoering met steekassen:
    Laat het roerwerk zakken totdat het frame onder de bovenste houder is. Monteer de steekassen en kunststof rollen en borg deze met de splitpennen!

Installatie afsluiten

Het roerwerk is op de vaste aanslag geplaatst
Het roerwerk is op de vaste aanslag geplaatst

1

Hijswerktuig

2

Hijsmiddel

8

Geleidebuis van de neerlaatinrichting

10

Aansluitkabel

11

Kabelhouder met karabijnhaak, kabelgeleiding via hijsmiddelen

12

Kabelhouder met karabijnhaak, borging tegen vallen

13

Vaste aanslag

  1. Het roerwerk is op de neerlaatinrichting gemonteerd
  1. Laat het roerwerk langzaam zakken.
  2. Haak de aansluitkabel met de kabelhouders vast op het hijsmiddel.
    De aansluitkabel wordt via het hijsmiddel (bijv. een draadkabel) veilig geleid. VOORZICHTIG! Als er geen kabelhouders worden gebruikt voor de geleiding van de aansluitkabel, zorg er dan voor dat de aansluitkabel niet in de propeller wordt getrokken!
  3. Laat het roerwerk tot het uiteinde van de geleidebuis of tot de vaste aanslag neer.
  4. Borg de aansluitkabel op de reling of het hijswerktuig tegen vallen!
  5. Controleer het zwenkbereik van de neerlaatinrichting.
    Controleer het gehele zwenkbereik van de neerlaatinrichting. Het roerwerk mag niet tegen een constructie (installaties, basinwand) stoten. VOORZICHTIG! Als het gehele zwenkbereik niet kan worden gebruikt, beperk het zwenkbereik dan mechanisch!
  6. Stel de gewenste hoeken in en borg met een schroef dat de neerlaatinrichting niet wordt versteld.
  1. De installatie is afgesloten. Leg de aansluitkabel en breng de elektrische aansluiting tot stand.

Mobiel hijswerktuig: kabelhouder installeren

Hijsmiddel op de kabelhouder geborgd
Hijsmiddel op de kabelhouder geborgd

Als er een mobiel hijswerktuig wordt gebruikt, installeer dan een kabelhouder op de basinrand:

  • haal het hijsmiddel (bijv. draadkabel) uit het hijswerktuig en bevestig het op de kabelhouder.
  • Beveilig de aansluitkabel op de basinrand tegen vallen.

VOORZICHTIG! Let op mogelijke schuurplekken als de aansluitkabel over de bassinrand wordt geleid. Scherpe randen kunnen de aansluitkabel beschadigen. Schuin de basinkant eventueel af!