Bewaking motorwikkeling
Met bimetaalsensor
Sluit de bimetaalsensor rechtstreeks in de schakelkast of via een relais aan.
Aansluitwaarden: max. 250 V (AC), 2,5 A, cos φ = 1
Aderbenaming bimetaalsensor | |
---|---|
Temperatuurbegrenzing | |
20, 21 | Aansluiting bimetaalsensor |
Temperatuurregeling en -begrenzing | |
21 | Aansluiting hoge temperatuur |
20 | Middenaansluiting |
22 | Aansluiting lage temperatuur |
Met PTC-sensor
Sluit de PTC-sensor aan via een relais. Hiervoor wordt het relais "CM-MSS" aanbevolen.
Aderbenaming PTC-sensor | |
---|---|
Temperatuurbegrenzing | |
10, 11 | Aansluiting PTC-sensor |
Temperatuurregeling en -begrenzing | |
11 | Aansluiting hoge temperatuur |
10 | Middenaansluiting |
12 | Aansluiting lage temperatuur |
Activeringstoestand bij temperatuurregeling en -begrenzing
Bij thermische motorbewaking met bimetaal- of PTC-sensoren wordt de werktemperatuur bepaald door de ingebouwde sensor. Afhankelijk van de uitvoering van de thermische motorbewaking moet bij het bereiken van de werktemperatuur de volgende schakeltoestand optreden:
- Temperatuurbegrenzing (1-temperatuurkring):
- Bij het bereiken van de werktemperatuur moet een uitschakeling plaatsvinden.
- Temperatuurregeling en -begrenzing (2-temperatuurkringen):
- Bij het bereiken van de werktemperatuur vóór de lage temperatuur kan een uitschakeling met automatische herinschakeling volgen. Bij het bereiken van de werktemperatuur vóór de hoge temperatuur moet een uitschakeling met handmatige herinschakeling volgen.
Neem ook de overige informatie in het hoofdstuk explosiebeveiliging in acht!