Instellingen/configuratie

De Wilo-Smart Connect-module BT kan worden ingesteld via het product waarmee het wordt gebruikt. Zodra de Wilo-Smart Connect-module BT in de interface is geplaatst, verschijnt op het display (indien aanwezig) nog een menupunt voor instellingen.

LET OP

notice

Op welke plaats in het display het nieuwe menu te vinden is, kunt u nagaan in de inbouw- en bedieningsvoorschriften van het betreffende product.

Via het menu kunnen de volgende instellingen worden aangebracht:

  • Bluetooth – ON/OFF
  • Het Bluetooth-signaal van de Wilo-Smart Connect-module BT kan worden in- en uitgeschakeld. Als het signaal uitgeschakeld is, is er geen verbinding met de module mogelijk.
  • Connectable – ON/OFF
  • De verbindingsopbouw kan worden verhinderd als dit kenmerk op 'OFF' wordt gezet. De module kan echter nog wel worden gevonden in het zoeken naar Bluetooth.
  • Dynamic PIN – ON/OFF
  • Om een mobiel eindapparaat te verbinden en zo het product te besturen, is de invoer van een pincode voor authenticatie vereist.
  • ON:
  • Elke keer dat er een verbinding tot stand wordt gebracht, wordt er dynamisch een nieuwe PIN gegenereerd en op het display van het product weergegeven.
  • OFF:
  • Elke keer dat er een verbinding tot stand wordt gebracht, worden de laatste vier tekens van het S/N-serienummer van de Wilo-Smart Connect-module BT als PIN gebruikt.
    Het S/N-nummer is afgedrukt op het typeplaatje van de Wilo-Smart Connect-module BT. Dit wordt een 'statische PIN' genoemd.
    Fig. 1 toont het typeplaatje van een Smart Connect-module BT. De 'statische PIN' voor de module in dit voorbeeld is 6789.
Voorbeeld typeplaatje – statische PIN
Voorbeeld typeplaatje – statische PIN

Gewijzigde instellingen worden in de Wilo-Smart Connect-module BT opgeslagen en niet in het product.