Beschrijving van de pomp

De smartpomp Stratos MAXO, in de uitvoeringen leidingkoppelings- of flensverbinding, zijn natlopers met een duurmagneetrotor.

Overzicht enkelpomp
Overzicht enkelpomp
Overzicht dubbelpomp
Overzicht dubbelpomp
Beschrijving van de bedieningselementen

Pos.

Omschrijving

Verklaring

1.

Pomphuis

1.1

Symbool voor de stroomrichting

In deze richting moet het medium stromen.

2.

Motor

Aandrijfeenheid

3.

Regelmodule

Elektronica-eenheid met grafisch display.

3.1

Grafisch display

Informeert over de instellingen en de toestand van de pomp.

Zelfverklarende bedieningsinterface voor het instellen van de pomp.

3.2

Groene ledindicator

Led brandt, pomp is voorzien van spanning.

Er is geen waarschuwing of fout opgetreden.

3.3

Blauwe ledindicator

Led brandt, pomp wordt via een interface extern beïnvloed, bijv. door:

• Bluetooth-afstandsbediening

• Gewenste waarde-invoer via analoge ingang AI 1 of AI 2

• Ingreep in het gebouwbeheersysteem via besturingsingang DI 1 / DI 2 of buscommunicatie.

- Knippert bij bestaande dubbelpompverbinding

3.4

Bedieningsknop

Menunavigatie en bewerken door draaien en drukken.

3.5

Terugtoets

Navigeert in het menu:

• terug naar het vorige menuniveau (1x kort drukken).

• terug naar de vorige instelling (1x kort drukken).

• terug naar het hoofdmenu (1x langer drukken, > 1 s).

Schakelt in combinatie met de contexttoets vergrendeling aan of uit. > 5 s.

3.6

Contexttoets

Opent context-menu met extra opties en functies.

Schakelt in combinatie met de terugtoets-vergrendeling aan of uit. > 5 s.

4.

Wilo-Connector

Elektrische aansluitstekker voor de netaansluiting

5.

Basismodule

Elektronica-eenheid met led-display

5.1

Led-display

Informeert over foutcode en Bluetooth-PIN.

5.2

Bedieningsknop van het leddisplay

Activeren van de ontluchtingsfunctie door indrukken. Draaien is niet mogelijk.

Op het motorhuis bevindt zich een regelmodule (Fig. 1/2, pos. 3) welke de pomp regelt en interfaces beschikbaar stelt. Afhankelijk van de gekozen toepassing of regelfunctie wordt op toerental, verschildruk, temperatuur of debietstroom geregeld.

Bij alle regelfuncties past de pomp zich continu aan op het wisselende vermogen dat de installatie opneemt.