Instellingsmenu - Regelbedrijf instellen

In het hierna beschreven menu „Regelbedrijf instellen” kunnen alleen de menu-items worden geselecteerd, die bij de nu gekozen regelfunctie ook kunnen worden toegepast.
Daarom is de lijst van de mogelijke menu-items veel langer dan het aantal tegelijk weergegeven menu-items.

Regelbedrijf instellen
Instellingsmenu - Regelbedrijf instellen

Instellingsmenu

Beschrijving

Instellingsassistent

Instellen van het regelingstype via toepassing en installatietype.

Omschakeling verwarmen/koelen

Alleen zichtbaar, wanneer in de instellingsassistent „Verwarmen en koelen” is geselecteerd.

Instellen van de automatische of handmatige omschakeling tussen verwarmen en koelen.
De selectie „Omschakeling verwarmen/koelen” in de instellingsassistent vereist de invoer wanneer de pomp in de betreffende modus werkt.
Naast een handmatige selectie van „Verwarmen en koelen”, staan de Opties „Automatisch” of „Omschakeling door een binaire ingang” ter beschikking.

Automatisch: Voor de omschakeling naar Verwarmen of Koelen worden mediumtemperaturen als beslissingscriterium opgevraagd.
Binaire ingang: Een extern binair signaal wordt opgevraagd voor de aansturing van „Verwarmen en koelen”.

Temperatuursensor verwarmen/koelen

Alleen zichtbaar, wanneer in de instellingsassistent „Verwarmen en koelen” en in „Omschakeling verwarmen/koelen” de automatische omschakeling is geselecteerd.

Instelling van de temperatuursensor voor de automatische omschakeling tussen verwarmen en koelen.

Gewenste waarde opvoerhoogte

Zichtbaar bij actieve regelingstypen, die een opvoerhoogte als gewenste waarde vereisen.

Instellen van de gewenste waarde van de opvoerhoogte H voor het regelingstype.

Gewenste debietwaarde (Q-const.)

Zichtbaar bij actieve regelingstypen, die een debietstroom als gewenste waarde vereisen.

Instellen van de debiet-gewenste waarde voor het regelingstype „Debiet Q-const.”

Correctiefactor transportpomp

Zichtbaar bij Multi-Flow Adaptation, die een correctiewaarde aanbiedt.

Correctiefactor voor het debiet van de transportpomp instellen in het regelingstype “Multi-Flow Adaptation”.

Gewenste waarde temperatuur (T-const.)

Zichtbaar bij actieve regelingstypen, die een absolute temperatuur als gewenste waarde vereisen.

Instellen van de gewenste waarde van de temperatuur voor het regelingstype „constante temperatuur (T-const.)”.

Gewenste temperatuurwaarde (ΔT-c)

Zichtbaar bij actieve regelingstypen, die een absoluut temperatuurverschil als gewenste waarde vereisen.

Instellen van de gewenste waarde van het temperatuurverschil voor het regelingstype „constant temperatuurverschil (ΔT-const)”.

Gewenste toerentalwaarde

Zichtbaar bij actieve regelingstypen, die een toerental als gewenste waarde vereisen.

Instellen van de gewenste waarde van het toerental voor het regelingstype „constant toerental (n-const)”.

Gewenste waarde PID

Zichtbaar bij door de gebruiker gedefinieerde regeling.

Instellen van de gewenste waarde van de door de gebruiker gedefinieerde regeling via PID.

Externe gewenste waardebron

Zichtbaar, wanneer in het contextmenu van de eerder beschreven gewenste waarde-editors een externe gewenste waardebron (analoge ingang of CIF-module) is geselecteerd.

Koppelen van de gewenste waarde aan een externe gewenste waardebron en instellen van de gewenste waardebron.

Selectie secundaire pompen

Zichtbaar bij Multi-Flow Adaptation.

Selecteren van de secundaire pompen die worden gebruikt voor het registreren van het debiet in de Multi-Flow Adaptation.

Debiet Offset

Zichtbaar bij Multi-Flow Adaptation.

Kleine en oudere pompen kunnen in de Multi-Flow Adaptation-installatie door een instelbare offset-debietstroom worden meeverzorgd.

Temperatuursensor T1

Zichtbaar bij actieve regelingstypen, die een temperatuursensor als werkelijke waarde vereisen (temperatuur constant).

Instellen van de eerste sensor (1), die voor de temperatuurregeling (T-const, ΔT-const.) wordt gebruikt.

Temperatuursensor T2

Zichtbaar bij actieve regelingstypen, die een tweede temperatuursensor als werkelijke waarde vereisen (verschiltemperatuurregeling).

Instellen van de tweede sensor (2), die voor de temperatuurregeling (, ΔT-const.) wordt gebruikt.

Vrije sensoringang

Zichtbaar bij door de gebruiker gedefinieerde regeling.

Instellen van de sensor voor de door de gebruiker gedefinieerde PID-regeling.

Sensor opvoerhoogte extern

Zichtbaar bij zoneregeling Δp-c, die een verschildruk als werkelijke waarde vereist.

Instellen van de externe sensor voor de opvoerhoogte bij de zoneregeling.

Nachtverlaging

Zichtbaar bij actieve regelingstypen, die de extra regelfunctie „automatische nachtverlaging” ondersteunen. (Zie tabel „Vooraf gedefinieerde toepassingen in de instellingsassistent”).

Automatische detectie van de nachtverlaging instellen.

No-Flow Stop

Zichtbaar bij actieve regelingstypen, die de extra regelfunctie „No-Flow Stop” ondersteunen. (Zie tabel „Vooraf gedefinieerde toepassingen in de instellingsassistent”).

Instellen van de automatische detectie van gesloten ventielen (geen doorstroming).

Q-LimitMax

Zichtbaar bij actieve regelingstypen, die de extra regelfunctie „Q-LimitMax” ondersteunen. (Zie tabel „Vooraf gedefinieerde toepassingen in de instellingsassistent”).

Instellen van een bovengrens van de debiet.

Q-LimitMin

Zichtbaar bij actieve regelingstypen, die de extra regelfunctie „Q-LimitMin” ondersteunen. (Zie tabel „Vooraf gedefinieerde toepassingen in de instellingsassistent”).

Instellen van een ondergrens van de debiet.

Detectie desinfectie

Zichtbaar bij actieve regelingstypen, die de extra regelfunctie „Detectie desinfectie” ondersteunen. (Zie tabel „Vooraf gedefinieerde toepassingen in de instellingsassistent”).

Automatische detectie van de thermische desinfectie ter ondersteuning van de doorspoeling, instellen.

Toerental noodbedrijf

Zichtbaar bij actieve regelingstypen, die resetten naar een vast toerental voorzien.

Ingeval het ingestelde regelingstype uitvalt (bijv. storing van een sensorsignaal), schakelt de pomp automatisch over op dit constante toerental.

PID-parameters Kp

Zichtbaar bij door de gebruiker gedefinieerde PID-regeling.

Instellen van de Kp-factor voor de door de gebruiker gedefinieerde PID-regeling.

PID-parameters Ki

Zichtbaar bij door de gebruiker gedefinieerde PID-regeling.

Instellen van de Ki-factor voor de door de gebruiker gedefinieerde PID-regeling.

PID-parameters Kd

Zichtbaar bij door de gebruiker gedefinieerde PID-regeling.

Instellen van de Kd-factor voor de door de gebruiker gedefinieerde PID-regeling.

PID: Omkering

Zichtbaar bij door de gebruiker gedefinieerde PID-regeling.

Instellen van de omkering voor de door de gebruiker gedefinieerde PID-regeling.

Pomp AAN/UIT

Altijd zichtbaar.

In- en uitschakelen van de pomp met lage prioriteit. Een oversturing MAX, MIN, HANDMATIG schakelt de pomp in.