Flenspomp monteren

WAARSCHUWING

warning

Heet oppervlak

De leidingen kunnen heet zijn. Er bestaat gevaar voor letsel door verbrandingen.

  • Veiligheidshandschoenen dragen.

WAARSCHUWING

warning

Verwondings- en verbrandingsgevaar door ondeskundige installatie!

Bij niet-vakkundige installatie kan de flensverbinding beschadigd raken en gaan lekken.

  • Verbind nooit twee combiflenzen met elkaar!
  • Pompen met combiflens zijn niet voor een werkdruk PN16 toegestaan!
  • Het gebruik van borgingselementen (bijv. veerringen) kan lekkage van de flensverbinding veroorzaken. Deze zijn daarom niet toegestaan. Tussen de bouten-/moerkop en de combi-flens bijgevoegde onderlegschijven (leveringsomvang) gebruiken!
  • De toegestane aandraaimomenten conform de volgende tabel mogen ook bij gebruik van bouten met hogere sterkte (≥ 4.6) niet worden overschreden, omdat anders afsplinteringen in het randgebied van de sleuven kunnen optreden. Daardoor verliezen de schroeven hun voorspanning en kan de flensverbinding beginnen lekken. Gevaar voor verbranding!
  • Gebruik schroeven die voldoende lang zijn. De schroefdraad van de bout moet ten minste één omwikkeling uit de moer steken.
  • Lekkagecontrole bij een zo groot mogelijke toelaatbare werkdruk uitvoeren!

Bouten en aandraaimomenten

Flenspomp PN 6

 

DN 32

DN 40

DN 50

Schroefdiameter

M12

M12

M12

Sterkteklasse

≥ 4.6

≥ 4.6

≥ 4.6

Aandraaimoment

40 Nm

40 Nm

40 Nm

Schroeflengte

≥ 55 mm

≥ 55 mm

≥ 60 mm

Flensbevestiging PN 6

 

DN 65

DN 80

DN 100

Schroefdiameter

M12

M16

M16

Sterkteklasse

≥ 4.6

≥ 4.6

≥ 4.6

Aandraaimoment

40 Nm

95 Nm

95 Nm

Schroeflengte

≥ 60 mm

≥ 70 mm

≥ 70 mm

Flenspomp PN 10 en PN 16 (geen combiflens)

 

DN 32

DN 40

DN 50

Schroefdiameter

M16

M16

M16

Sterkteklasse

≥ 4.6

≥ 4.6

≥ 4.6

Aandraaimoment

95 Nm

95 Nm

95 Nm

Schroeflengte

≥ 60 mm

≥ 60 mm

≥ 65 mm

Flensbevestiging PN 10 en PN 16

 

DN 65

DN 80

DN 100

Schroefdiameter

M16

M16

M16

Sterkteklasse

≥ 4.6

≥ 4.6

≥ 4.6

Aandraaimoment

95 Nm

95 Nm

95 Nm

Schroeflengte

≥ 65 mm

≥ 70 mm

≥ 70 mm

Verbind nooit twee combiflenzen met elkaar.

Montagestappen

Afsluitarmatuur sluiten
Afsluitarmatuur sluiten

1. Sluit de afsluitarmaturen voor en achter de pomp.

Pomp plaatsen
Pomp plaatsen

2. Pomp samen met twee geschikte vlakke afdichtingen zo in de leiding zetten, dat de flenzen aan pompin- en -uitlaat kunnen worden geschroefd. Op de stroomrichting letten! Het stroomrichtingssymbool op het pomphuis moet in de stroomrichting wijzen.

Pomp monteren
Pomp monteren

3. Flenzen met geschikte bouten en de meegeleverde onderlegschijven in 2 stappen kruislings aan elkaar schroeven. De aangegeven aandraaimomenten in acht nemen!

Afsluitarmatuur openen
Afsluitarmatuur openen

4. Afsluitarmaturen voor en achter de pomp openen.

5. Op dichtheid controleren.