Bedrijfssituatie "Vullen"
Het reservoir wordt gevuld, bijv. om water in een waterreservoir te pompen. De pompen worden bij dalend niveau ingeschakeld, bij stijgend niveau uitgeschakeld. Deze regeling wordt hoofdzakelijk voor de watervoorziening gebruikt.
Niveaudetectie met vlotterschakelaar of elektroden
1 | Pomp aan |
2 | Pomp uit |
3 | Hoogwaterniveau |
4 | Min. waterniveau |
5 | Droogloopniveau in de put |
Er kunnen max. zes vlotterschakelaars of elektroden aangesloten worden. Daarmee kunnen twee pompen gestuurd worden:
- Pomp 1 aan
- Pomp 2 aan
- Pomp 1 en 2 uit
- Min. waterniveau in het te vullen reservoir
- Hoogwaterniveau
- Droogloopniveau in put (aparte vlotterschakelaar aan de ingang "Extern OFF")
De vlotterschakelaars moeten met een maakcontact uitgerust zijn: Als het schakelpunt bereikt is, wordt het contact gesloten.
Niveaudetectie met niveausensor of duikerklok
1 | Pomp aan |
2 | Pomp uit |
3 | Hoogwaterniveau |
4 | Min. waterniveau |
5 | Droogloopniveau in de put |
Er kan een niveausensor of een duikerklok worden aangesloten. Daarmee kunnen drie pompen aangestuurd worden:
- Pomp 1 Aan/Uit
- Pomp 2 Aan/Uit
- Pomp 3 Aan/Uit
- Min. waterniveau in het te vullen reservoir
- Hoogwaterniveau
- Droogloopniveau in put (aparte vlotterschakelaar aan de ingang "Extern OFF")