Motorstroombewaking instellen

Stel na het aansluiten van de pompen de toelaatbare nominale stroom in.

8

Potentiometer voor motorstroombewaking

Gebruik een schroevendraaier om de motorstroom af te stellen op de betreffende potentiometer:

  • Bij volledige belasting de nominale stroom volgens het typeplaatje instellen.
  • Bij deellast de nominale stroom 5% boven de gemeten stroom op het bedrijfspunt instellen.

Een exacte instelling van de motorstroombewaking gebeurt tijdens de inbedrijfname. Tijdens de inbedrijfname kan de huidige motorstroom worden weergegeven:

  • Huidige ingestelde nominale stroom van de motorbewaking (menu 4.25 ... 4.27)
  • Huidige gemeten bedrijfsstroom van de pomp (menu 4.29 ... 4.31)
Motorstroombewaking instellen
Motorstroombewaking instellen