Werking
De niveauregistratie gebeurt als tweepuntsregeling per pomp. Afhankelijk van het vulniveau worden de pompen automatisch afzonderlijk in- en uitgeschakeld. Wanneer het droogloop- of hoogwaterniveau wordt bereikt, wordt een visuele melding gegeven. Daarop volgt een gedwongen inschakeling van alle pompen. Storingen worden in het foutgeheugen gearchiveerd.
De weergave van de actuele bedrijfsgegevens en -toestanden wordt in de LC-display en via leds weergegeven. De bediening en de invoer van de bedrijfsparameters gebeuren via een draaiknop.